Missie en Visie en Ethiek
De Raad streeft ernaar het functioneren strafrechtsketen te verbeteren door middel van onafhankelijke, objectieve inspecties.

Visie
De Raad staat voor een veilige en rechtvaardige samenleving. Daartoe draagt de Raad bij aan de kwaliteit van de rechtshandhaving door vanuit een onafhankelijke positie toezicht te houden op en inzicht te verschaffen in het functioneren van de justitiële keten. Daarbij zijn de volgende waarden leidend: betrouwbaarheid, onafhankelijkheid en rechtvaardigheid.
Kernwaarden
De drie waarden samen houden in dat de Raad betrouwbaar en vertrouwelijk handelt, onpartijdig opereert en rekenschap aflegt. De Raad houdt daarbij rekening met de lokale omstandigheden.
Inspectieprincipes
De Raad werkt volgens algemene inspectieprincipes die zowel de werkzaamheden van de Raad als de verwachtingen van de organisaties waarop de Raad toezicht houdt, ondersteunen.
De volgende inspectieprincipes worden geïdentificeerd:
A. Het principe van meerwaarde
Inspectieonderzoeken dragen significant bijdragen aan de verbetering van de geïnspecteerde organisaties en de strafrechtsketen. Dit principe dient als leidende waarde in het formuleren van de onderzoeksfocus, methodiek van onderzoek, rapportage en voortgangsactiviteiten. Dit principe houdt in dat onderzoeken zowel positieve als negatieve bevindingen overbrengen. Onderzoeken dienen de betreffende organisatie de informatie te geven op basis waarvan het voortgangsmetingen kan uitvoeren en aanpassingen implementeren;
B. Het principe van resultaatgerichtheid
De inspectieonderzoeken zijn primair gericht op de taakuitvoering en het beheer van de geïnspecteerde organisatie. Dit impliceert dat risico’s binnen het justitiele systeem, primair onderzocht worden;
C. Het principe van gebruiksvriendelijkheid
De inspectieonderzoeken richten zich op praktische aanbevelingen voor zowel de organisatie als de eindverantwoordelijke;
D. Het principe van proportionaliteit
Inspectieactiviteiten worden zodanig geprioriteerd, zodat organisaties die adequaat functioneren in mindere mate onderwerp zijn van inspectieonderzoeken;
E. Het principe van consistentie
Onderzoeksrapporten en de onderzoeksaanpak, bevindingen en aanbevelingen van de Raad zijn, zoveel mogelijk, op dezelfde manier samengesteld.
F. Het principe van duidelijkheid
Bevindingen zijn gevalideerd en betrouwbaar;
G. Het principe van openheid
De criteria en onderzoeksmethode die gebruikt worden voor inspecties zijn duidelijk en herkenbaar. Klachten en zorgen betreffende inspectieonderzoeken worden serieus genomen door ze te onderzoeken of te laten onderzoeken, en door de resultaten van dergelijke onderzoeken aan de klager te rapporteren;
H. Het principe van wederkerigheid
De Raad zal zijn mening niet eenzijdig uitgeven zonder de onderzochte organisatie de mogelijkheid te bieden een onderzoeksrapport op feitelijke juistheid en correctheid te controleren.
I. Het principe van kostenbewustzijn
Inspectieonderzoeken zijn per definitie kostbaar werk. Door onder andere een hoog niveau van onderzoekskwaliteit te handhaven en de samenwerking met bestaande inspectie- en onderzoeksinstituten in de landen na te streven, kan de Raad een kosteneffectieve procedure voeren.
J. Het principe van bescherming van persoonlijke bronnen
De Raad verwerkt zijn onderzoeksgegevens zonder persoonlijke bronnen te noemen, tenzij uitdrukkelijk toestemming is gegeven om dergelijke persoonlijke informatie in een onderzoeksrapport te vermelden.