Geschiedenis
De Raad voor de rechtshandhaving is in 2010 ingesteld bij Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving.
De Raad voor de rechtshandhaving (de Raad) is een publiekrechtelijk orgaan voor Curaçao, Sint Maarten en Nederland, voor wat betreft de Caribische Nederlandse eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).
De Rijkswet werd ingesteld nadat de regeringen van deze landen hun toekomstige constitutionele status bespraken. In de Slotverklaring van 2 november 2006 kwamen zij overeen een Raad voor de rechtshandhaving op te richten om de kwaliteit van het justitiële systeem (met uitzondering van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie) te bewaken en om samenwerking tussen Curaçao, Sint Maarten en Nederland te verzekeren.
Als twee nieuwe landen moesten Curaçao en Sint Maarten hun eigen inspecties van het justitiële systeem opzetten. Vanwege de afstand tussen de BES-eilanden en Nederland besloten de landen dat het zinvol was een gezamenlijk inspectieorgaan te vormen. Dit orgaan zou toezicht houden op de rechtssystemen in de twee nieuwe landen en de BES-eilanden.
De belangrijkste rol van de Raad is het inspecteren van organisaties binnen het justitiële systeem, met uitzondering van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden. Het beoordeelt de kwaliteit van hoe deze organisaties hun taken uitvoeren en hoe effectief ze zijn. De Raad houdt ook toezicht op de samenwerking tussen de rechtssystemen van de landen.
Om deze regeling officieel te maken, werd een 'Consensusrijkswet' gecreëerd op basis van Artikel 38 van het Statuut. Het wetsvoorstel werd voorbereid door de Projectgroep Justitie, Recht en Constitutionele Zaken, en later goedgekeurd door het Politiek Stuurcomité.
De Rijkswet op de Raad voor de rechtshandhaving werd gefinaliseerd op 7 juli 2010, en officieel gepubliceerd op 1 september 2010.
De Rijkswet werd ingesteld nadat de regeringen van deze landen hun toekomstige constitutionele status bespraken. In de Slotverklaring van 2 november 2006 kwamen zij overeen een Raad voor de rechtshandhaving op te richten om de kwaliteit van het justitiële systeem (met uitzondering van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie) te bewaken en om samenwerking tussen Curaçao, Sint Maarten en Nederland te verzekeren.
Als twee nieuwe landen moesten Curaçao en Sint Maarten hun eigen inspecties van het justitiële systeem opzetten. Vanwege de afstand tussen de BES-eilanden en Nederland besloten de landen dat het zinvol was een gezamenlijk inspectieorgaan te vormen. Dit orgaan zou toezicht houden op de rechtssystemen in de twee nieuwe landen en de BES-eilanden.
De belangrijkste rol van de Raad is het inspecteren van organisaties binnen het justitiële systeem, met uitzondering van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden. Het beoordeelt de kwaliteit van hoe deze organisaties hun taken uitvoeren en hoe effectief ze zijn. De Raad houdt ook toezicht op de samenwerking tussen de rechtssystemen van de landen.
Om deze regeling officieel te maken, werd een 'Consensusrijkswet' gecreëerd op basis van Artikel 38 van het Statuut. Het wetsvoorstel werd voorbereid door de Projectgroep Justitie, Recht en Constitutionele Zaken, en later goedgekeurd door het Politiek Stuurcomité.
De Rijkswet op de Raad voor de rechtshandhaving werd gefinaliseerd op 7 juli 2010, en officieel gepubliceerd op 1 september 2010.