2011 — Het aangifteproces op Curaçao

De wijze waarop aangifte-activiteiten binnen het KPC worden uitgevoerd, is niet geheel in overeenstemming met het Wetboek van Strafvordering en interne richtlijnen. Aangevers worden onnodig verwezen naar een ander bureau, worden niet actief geïnformeerd over het verloop van de zaak en krijgen geen passende hulp, taalproblemen en andere gebreken eisen veel correctiewerk, er is sprake van verminderde responsiviteit zijdens de politie, de ruimtes voor het opnemen van aangiften zijn ongeschikt en doorverwijzing naar hulpverlening vindt niet plaats conform de regels. Hoewel zaken met een stevige opsporingsindicatie snel op opgepakt worden, zijn er geen eenduidige criteria aan de hand waarvan besloten wordt om over te gaan tot een opsporingsonderzoek. Het voornemen in het inrichtingsplan van de politie ter verbetering van het aangifteproces vindt de Raad positief, evenals het voornemen van het OM om een richtlijn uit te vaardigen voor de bejegening van slachtoffers. De Raad mist echter concreet geformuleerde beleidsdoelen en een werkbare aanpak van resultaatmetingen in verband met de behoefte van de burger bij het doen van aangifte.